1970

Eerst even voorstellen : mijn naam is Winand Colombier, geboren in 1954. Zanger/Gitarist van CUMBER en muzikaal een ietwat laatbloeier. Van oudsher gevestigd in Groot-Bijgaarden.

Eerste gitaar omstreeks 1970. Pas na vele jaren eindelijk enkele aanhoorbare noten kunnen presteren (Dank U Mark Dickens zaliger, Mark Meeuwissen en al de andere onbekende en vergeten gitaarmeesters die mij die enkele noten die ik vandaag nog steeds maar speel hebben diets gemaakt.)

Onvermijdelijk verbonden met de beginjaren van Jeugdclub Paddestoel. Ergens in 1974 een eerste keer binnen gestapt en niet meer buiten geraakt. Tot aan het einde van de jaren 70 steevast in functie van opendoender, barman, DJ en afsluiter van dit illustere krocht. Vermoedelijk ook de oorzaak van mijn voorliefde voor luide muziek in een gezellige sfeer.

Als Pajottenlander in diezelfde periode platte Kriek en Lambik en ne goeie boterham met platte kaas en radijsjes leren smaken bij Jef en Eulalie in ’t Gemeentehuis zaliger.

The name : CUMBER

What’s in a name?
Als je het woord “Cumber” opzoekt lijkt dit geen zelfstandig bestaan te lijden. Het is steeds terug te vinden in samenstellingen, waarbij “cumbersome” het meest lijkt voor te komen, doch ook uiterst zelden.
Waar ik het woord dan ook ooit vandaan heb gehaald mag Joost weten. En zelfs hij heeft wellicht geen antwoord.
Maar ooit was er een jongetje dat er van droomde om avonturen te beleven onder de naam van “Big Bill Cumber”.

Vermits in de jaren 70 Big Bill Krakkebaas al een muzikaal monument was in onze streken, heb ik toen blijkbaar wijselijk besloten de naam tot “CUMBER” te beperken.

Archief

Ik heb gepoogd om deze site een beetje op te vrolijken met wat beelden uit de oude doos. Alle foto’s komen uit mijn persoonlijk foto-album. Mocht iemand van jullie nog over ander beeldmateriaal beschikken, dan had ik graag een kopie bekomen. Geef maar een seintje, we vinden er wel wat op.
Mijn gedachten gaan speciaal uit naar het Roesj-Festival in de tent naast het toenmalige “Schuurke” op 09 oktober 1980. Of het Oosthoek New Beat-Festival in de tent aan de Westrand met Machiavel en de Kreuners op 01 mei 1981. Of het Dilbeekse Herfstrock 81 op 04 oktober 1981. Bewijsmateriaal van andere evenementen zijn natuurlijk ook welkom.

The Seventies : Garagerock : the CUMBER way !

1974-76 : Het Zwarte Gat

Eerlijk gezegd, ik heb nauwelijks muzikale herinneringen aan deze periode. Hoewel, het was toen al aan het broeden. Paddestoel organiseerde heel wat, naast de onvermijdelijke maandelijkse fuif, onder andere free-podiums, optredens én enkele onvervalste “Paddestoel-shows” die noodzaakten om uit te wijken naar het Collegium. Wat de diverse Paddestoelleden daar ten berde brachten, maakte dat de drempel ook voor ons een stuk lager kwam te liggen en dat onze onvervalste dromen een kans op realisatie kregen. Onze vrienden zo onbezorgd hun muzikaal ding zien doen deed ons alleen maar meer goesting krijgen om ook op dat podium te staan. Lokale “Paddestoel-vedetten” uit die tijd waren onder andere Piet Keijzer met zijn groep “Astamores”, Berrie Jacobs, Bruno Vanspauwen, Robert Smith en Henk Van Oekel. Elkeen in meer of mindere mate. Mijn excuses voor al degene die ik hier vergeet.

1977 : The Beginning.

Voor zover we ons kunnen herinneren is 1977 het jaar van de definitieve muzikale bewustwording.
Na een aantal jaren van eindeloos gepiegel op mijn eerste gitaar, kreeg de samenwerking met Dominique Cuisinier zijn eerste vorm, een origineel duo : gitaar en bongo’s!
De fervente Paddestoelgangers in de jaren 70 zullen het toen wel geweten hebben. Geen enkel Free-Podium was daar toen voor ons veilig. Toen nog uitsluitend met instrumentale nummers, waar we ons vandaag eigenlijk niets meer van kunnen herinneren. Uiteindelijk werd ons duo een trio door de aangename toevoeging van Domie Van Brabant. (het lief van de drummer, dat was wel makkelijk)

Ik heb er geen flauw idee meer van hoe we uiteindelijk tot een groep zijn uitgegroeid, maar op 27 augustus 1977 stond CUMBER als trio voor de eerste maal officieel op een podium : de Hoevefeesten op het Hof Ter Smissen (Dilbeek) vandaag beter gekend uit de VRT serie “Thuis”.

In de maanden die volgden kon CUMBER zelfs tot in Beersel in de Moesjebaaz gezien worden, samen met de nodige fans/roadies zoals Robert “de Rosse” Smith, Berrie Jacobs, Henk van Oekel, en (Hoe noemt em weer?)

1978 : The first real band

images/70/part%201/scan0001.jpg
Na heel wat palaveren wisten we eindelijk een bassist te vinden : den Dolf werd onze chinese vrijwilliger! Niemand herinnert zich hoe Marc Cordeels aan deze bijnaam gekomen is, maar hij is er duidelijk nooit echt happy mee geweest.
Vanaf nu werden het echte optredens, geen amateuristisch gedoe meer (dachten wij). Spijtig genoeg was na een zestal maanden de kous af en geen CUMBER meer beschikbaar.

1979 : CUMBER rock’s

/images/70/part%202/scan0014.jpg
Weeral een vergeten moment : op een mooie dag komt Mario Dragon het originele duo vervoegen op bas, en CUMBER staat er weer, maar dit maal zoals nooit tevoren.
“POWER ROCK ON THE DOUBLE” was het motto. Een nieuw elan, een nieuw repertoire. Punk & New Wave waren toen aan de orde. Alles kon, alles mocht. Dus ging de muzikale pen bij elkeen aan het schrijven en kwam op korte tijd een aardig repertoire bij elkaar. “Cumber was here, but where were you ?” was een sticker die overal opdook waar CUMBER was geweest.

Een hele rits concerten volgt doorheen het hele Vlaamse land. Tot en met 1980 blijft de reeks onverstoord door gaan. Tot omstreeks de jaarwisseling het noodlot toeslaat : Mario breekt zijn rechter pols en is voor lange tijd buiten strijd.

GROOOTE PANIEK !

Vervolgt in de jaren 80.

Zoals de meeste beginnende groepjes toendertijd moesten ook wij het stellen met de tweedehandse instrumenten die we toen op de kop konden tikken.

Gitaar :

Mijn allereerste gitaar was duidelijk niet voor het podium geschapen. Een akoestisch dikbuikmodel met F-gaten van Tjechoslovaakse origine was in 1970 de mijne geworden. Een verlaat Sinterklaas geschenk. Met een aanfluiting van micro erop kon je moeilijk van een bruikbaar rockinstrument spreken. Twee snaren waren hoorbaar, de rest bleek de versterking maar niet te kunnen bereiken. Met dank aan het tweedehandshoekje bij Euromusic kon in 1971 een een glitterend blauwe “Welson” op de kop getikt worden die gedurende de eerste jaren de funktie van “elektrische gitaar” wonderwel vervulde. Na mijn eerste versterker “Sound 15” passeerden diverse andere versterkers de revue. Onder meer Faylon en Davoli met Westone klankasten. Die herinnert Mark Meeuwissen zich wel!
Hoewel de Welson al de optredens van de jaren ’70 met glans doorstaan had, kon Robert Smith mij toch overtuigen om in 1978 zijn “Rickenbacker 481” over te kopen. Een hele investering voor een arme student! Een ietwat aparte gitaar, voorzien van “slanted frets” en een paar eigenzinnige humbuckers. Maar deze schuin aflopende frets zijn een geschenk van de goden voor een gitarist die eigenlijk niet echt een virtuoos op de gitaarhals is. Deze Rickenbacker heeft dan ook de hele jaren 80 periode van Cumber trouw aan mijn hals gehangen. Later kon ik zelfs nog een tweede identieke exemplaar op de kop tikken. Een derde is mij spijtig genoeg nooit meer gelukt. Deze gitaar werd alras geflankeerd door een Fender Quad versterker.
Nodeloos te stellen dat alle besproken instrumenten en versterkers altijd tweedehands werden aangeschaft.

Qua effecten wordt na enige tijd een Elka Fuzz-box toegevoegd en een VOX Wah-wah. Ook een volumepedaal wordt na een tijdje als effekt ingezet.

Drums :

Voor diegenen die over een goed geheugen beschikken zal het beeld van Dominique op Bongo’s wellicht nog duidelijk afgetekend zijn. Wie herinnert zich nog zijn bongo-duels samen met Emmanuel Meremans in de Paddestoel?
Zijn eerste set werd alras uitgebreid met een tweede, dan nog een cymbaal, eventueel een keukenstoel, een koebel, … noem maar op.
Op een mooie dag een écht drumstel : een Premier van een balorkest dat er mee stopte. Heeft jarenlang zijn dienst bewezen tot ieders grote tevredenheid.

Bas :

Altijd een moeilijk geval geweest. Op een dag wist een leuke jonge dame mij te overtuigen dat ik absoluut de bas van haar broer Dirk De Cock moest overkopen. Dat bleek achteraf ( pas vele jaren later ontdekt) een Egmond te zijn.
Deze heeft in onze beginperiode dan ook steeds dienst gedaan, daar een basgitarist vinden mét bijhorende basgitaar voor Cumber een onmogelijke opgave bleek te zijn. Dat bas en gitaar aanvankelijk over dezelfde versterker gingen mag als vanzelfsprekend gesteld worden.

In 1975 had ik een VOX AC30 samen met een Framus Golden Television semi-acoustische Bass van Cor Van Popering over genomen. Het is pas 20 jaar later dat ik aan de weet gekomen ben wat deze instrumenten echt ooit betekend hebben. Deze Vox werd toen meestal als basversterker ingezet, dikwijls met de tweede gitaar van Domie op het tweede kanaal.
De Vox is spijtig genoeg teloor gegaan, de bas heb ik nog steeds.

The Players in the 70’s

/images/70/part%202/scan0011.jpg
Winand COLOMBIER (ikke) : guitar & vocals
Chinese vrijwilliger op zang.
Toen fan van onder andere : Creedence Clearwater Revival,
Vandaag nog steeds woonachtig te Groot-Bijgaarden.
Op enkele alleenstaande gastoptredens na, nooit bij een andere band gespeeld.

Dominique CUISINIER: drums, percussie & vocals.
Toen fan van onder andere : Led Zeppelin.
Heeft zich muzikaal verder op het klavier toegelegd, zonder zijn drumtechnieken echter te verleren. Is bij gelegenheid nog wel eens gastmuzikant bij CUMBER bij speciale gelegenheden. Speelde later onder andere ook bij Les Insortables, The Bubble Jam Band, Women & Whisky, Harmonic Drive…..
Vandaag terug bankbediende en woonachtig te Geraardsbergen.

/images/70/part%202/scan0013.jpg

/images/70/part%201/scan0002.jpg

Domie VAN BRABANT: guitar
Toen fan van onder andere : Fleetwood Mac
Vandaag nog steeds bediende en terug woonachtig te Dilbeek.

Marc CORDEELS: bas
Toen fan van onder andere : weet het niet meer, maar allicht goede muziek!
Vandaag bediende en woonachtig te Dilbeek

Mario DRAGON: bas
Toen fan van onder andere : Cactus
Vandaag politieagent in Laken en woonachtig in de buurt.
Heeft zijn muzikale carrière verder ontwikkeld als virtuoos op de mondharmonica, en in deze funktie als Super Mario vandaag te genieten in groepen als The Fried Flying Chicken Wings, Blue Flame, The Incredible Lemoncello & the ….. met Chicago blues en swing blues.
Te contacteren op mariodragon@belgacom.net

/images/70/part%202/scan0012.jpg

Een playlist uit de periode 1977-1978.

Deel 1

  1. Hey Little Girl
  2. Dana’s Song
  3. Loving you
  4. Thunder & Lightning
  5. Lovers End
  6. Deaths Blues
  7. Boerenham Instrumental
  8. No one will know

Pauze

Deel 2 :

  1. Black Magic Woman
  2. Herfstlied – Instrumental
  3. Ballad of a Wedding
  4. House of the Rising Sun
  5. Neen Meisje ween niet meer (Dominique vocals)
  6. 16 Tons of Rock – Instrumental
  7. Medley : Miss Shapiro – Instrumental medley
  8. You Really Got Me
  9. All Right Now